Groningen
Ik heb veel zitten peinzen over de reünie en allerlei dienaangaande. Daarover
later misschien meer. Eerst over een brief die mij dezer dagen eveneens
meditatief stemde. Zijdelings kwam er een zekere Stiller ter sprake. Uit de
beschrijving kon ik niet anders dan concluderen dan dat ik hem kende. De man,
toen nog een jongen, net als ik in 1977, begon een jaar later dan ik in
Groningen met Nederlands, droeg altijd zwarte kleren en richtte samen met
andere zwartgekleden een merkwaardig tijdschrift op. De naam daarvan heb ik
verdrongen omdat ikzelf in die tijd zoals elke student Nederlands medeoprichter
was van een obscuur blad, de Factor. Daarin had ik een poëzierubriek,
Het Gat Gedicht, waarin ik opschreef waarom ik sommige gedichten erg
mooi vond en andere zeer lelijk. Zo eerlijk mogelijk. Erg mooi achteraf want
erg naďef. Wild sloeg ik om me heen, driftig citerend uit recensies in Vrij
Nederland en De Revisor en betogend hoe zinloos en laf die
verhalen waren. Liever gewoon zeggen wat je vindt, dan literair-historisch doen
of nog erger, academisch. Etc.
Zwagerman
Maar nu komt het. Ik vroeg lezers van de Factor om poëzie te sturen. Dan zou ik
plat voor de kop zeggen wat ik ervan vond, zo eerlijk mogelijk. Er kwam veel
meer dan ik gedacht had, uit allerlei hoeken van het land. O.a. verbijsterende
verzen van ene J.Wagnermaz uit Gouda en van een zekere Oscar. De laatste bleek
een trouweloze mederedacteur die mij in de zeik wou nemen met een
plagiaatactie. Maar het gaat om die eerste. Verbijsterende verzen, vreemd,
korte verhalen (Henrik en het kaatsen, herinner ik me). Hartstikke
goed vond ik het. Bleken het veel later de eerste stukken van Joost Zwagerman
te zijn, die toen nog niet onder zijn eigen naam durfde te publiceren.
Ik leuter zo nog een A4'tje vol maar het is tijd om huiswaarts te keren. Ik verlaat dit mijn schrijfkantoor midden in een wei met 1000 soorten grassen. Morgen weer een dag. De inkeping van Bolletjebeschuit dient opnieuw in de markt gezet en het gedenkboek van vrachtwagenchauffeursbedrijf Heisterkamp besproken. Bovendien staan er om 08.00 uur twee bouwvakkers aan mijn deur die koffie willen en geile bakken vertellen.
Alle goeds, foto van mijn boeventronie komt onder erewoord naar www.weezenhof.etcetera, want het is een mooi initiatief waar je veel werk van hebt, dat je weer afleidt van allerlei natuurkundige ontdekkingen.
Groet, aan alle Jacobijnen